Historische beslissing op IAO-conferentie: IAO keurt Conventie huisarbeid goed
Zwaar op de maag
Een thema dat sommigen bijzonder zwaar op de maag ligt. Ter illustratie: in 1965 nam de IAO voor het laatst een resolutie aan die aandrong op regulering voor deze sector. In 1970 publiceerde ze nog de eerste enquête over het statuut van huispersoneel wereldwijd. Maar sindsdien bleef het stil. Een "stilte" die moeilijk te doorbreken is, gezien de "onzichtbaarheid" van huisarbeid: alles speelt zich af achter gesloten deuren.
Maar laten we eerlijk zijn: driehonderd miljoen mensen, vrouwen en jonge meisjes vooral, die hun boterham proberen te verdienen door dag in dag uit zorg te dragen voor huishoudens wereldwijd, zijn ook niet zomaar stil te krijgen. Wanpynhun kan er van meespreken: "In 2005 leerde ik de National Domestic Workers Movement van Jeanne Devos kennen. Door de beweging leerde ik de rechten van huispersoneel kennen en kwam ik tot het besef dat het lot van deze categorie werknemers kan verbeteren door er gezamenlijk voor te vechten. Ondertussen werk ik als coördinator van de beweging in het noordoosten van India".
De Belgische Jeanne Devos begon vijfentwintig jaar geleden in India met het organiseren van meisjes en jonge vrouwen die als huisarbeidster aan de slag gingen in de stad, al te dikwijls in erbarmelijke omstandigheden. Vandaag is haar initiatief uitgegroeid tot een massabeweging die meer dan twee miljoen leden telt, actief is in 23 staten in India en de grootste organisatie van en voor huispersoneel ter wereld is.
Twee miljoen mensen die een stem gekregen hebben, die waardigheid eisen in plaats van onzichtbaarheid. De impact van zo'n sociale beweging laat zich voelen, zowel in India als op het IAO-hoofdkwartier in Genève. Vandaag zijn de rollen thuis bij Wanpynhun omgekeerd: 's morgens zorgt zij nog voor het ontbijt en ziet ze erop toe dat de kinderen op school raken, maar 's avonds neemt haar man over. Dan studeert zij, om haar rol als coördinator nog beter te kunnen vervullen. Door die enorme bewustwording is de roep naar internationale arbeidsregels harder beginnen klinken en is dit 'dossier' op de onderhandelingstafel van de IAO gekomen, waar het in drie delen geserveerd werd.
Het voorgerecht
In 2010 schuiven overheden en sociale partners voor het eerst aan in de "commissie huisarbeid". Het voelt allemaal wat onwennig aan, de tafelgenoten moeten elkaar nog leren kennen. Maar na veel debatteren, beslissen ze gezamenlijk dat huisarbeid gereglementeerd moet worden en zijn ze bereid daartoe een nieuwe internationale IAO-conventie uit te werken, aangevuld met een aanbeveling. Dergelijke conventies van de IAO hebben een bindend karakter, eens ze door landen geratificeerd worden. De Indische regering, net zoals de werkgevers, had liever enkel een niet-bindende aanbeveling gezien, maar haalt haar slag niet thuis.
Het hoofdgerecht
Opnieuw schuiven overheden, werkgevers en vakbonden aan tafel aan, ditmaal om te onderhandelen over de inhoud van het "voorstel tot conventie en aanbeveling" dat de IAO heeft uitgewerkt op basis van de discussies vorig jaar. De werkgevers proberen bij de aanvang toch nog even het debat over de vorm van de arbeidsnorm opnieuw te openen. Maar de vakbonden en de grote meerderheid van de overheden smaken dat manoeuvre allerminst. De werkgevers worden teruggefloten, en leggen zich neer bij de consensus van vorig jaar.
Gedurende de onderhandelingen over de honderden amendementen die worden ingediend, vallen we van de ene verbazing in de andere. India, Bangladesh, de Golfstaten - landen die vorig jaar de frontale aanval inzetten tegen de bindende conventie, werken dit jaar constructief mee om een consensus te vinden. De Europese Unie (EU) echter slaat een belabberd figuur: de 27 lidstaten doen er alles aan om de tekst op verschillende punten af te zwakken. Maar ze botsen op een progressief blok van landen uit Latijns-Amerika (Brazilië, Argentinië, Chili...) en Afrika (Zuid-Afrika, Namibië...). De onderhandelingen geven mooi de vernieuwde krachtverhoudingen in de wereld weer: het "oude continent" is niet meer dé standaard en heeft dus niet meer de autoriteit om de rest van de wereld, vooral het zuidelijk halfrond, de les te spellen. Yaou Oudou, die voor de Confédération Nigérienne du Travail (CNT Niger) mee reisde naar Genève in de ACV-CSC en WS delegatie, verwoordt het als volgt: "Met hun amendementen gaven de EU-lidstaten duidelijk de indruk dat ze enkel een conventie en een aanbeveling wilden die voor Europa aanvaardbaar zijn. Maar tijdens de Internationale Arbeidsconferentie onderhandelen 183 landen; die arbeidsnormen moeten voor iederéén aanvaardbaar zijn."
Het dessert
Eenmaal in de commissie huisarbeid de onderhandelingen over de conventie en de aanbeveling zijn afgelopen, verhuist de tekst naar de plenaire zitting van de conferentie. De delegaties van de 183 IAO-lidstaten krijgen daar elk vier stemmen: twee voor de vertegenwoordigers van het ministerie van Arbeid, één voor de vakbonden en één voor de werkgevers. Op 16 juni 2011 moeten ze kleur bekennen. Het wordt een historische gebeurtenis: met 396 stemmen voor, 16 onthoudingen en 63 stemmen tegen is de IAO-Conventie 189 een realiteit.
Met dit sterk staaltje internationale regelgeving wordt eindelijk afgerekend met de stille onzichtbaarheid van huisarbeid. De conventie erkent huisarbeid als werk en bevat de verplichting om aan huisarbeidsters de basisrechten te garanderen van wat wij een arbeidsovereenkomst zouden noemen: recht op minimale arbeidsomstandigheden, vrijheid van vereniging, recht op een minimumloon, beperking van betalingen in natura. Of een recht op jaarlijkse vakantie. En verder ook dat de nationale arbeidsinspecties moeten worden aangepast zodat er ook controles komen op de arbeidsomstandigheden van huisarbeidsters, ook al gebeurt dat werk in privéwoningen. Huisarbeidsters moeten gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot de inspectie om bij misbruiken klacht te kunnen indienen. En in de aanbeveling worden overheden opgeroepen om eindelijk werk te maken van een effectieve bescherming van huispersoneel in diplomatieke posten.
De pousse-café
Het werk is natuurlijk nog niet gedaan. Alle IAO-lidstaten worden nu gevraagd om deze Conventie 189 ter goedkeuring voor te leggen aan hun parlement. Die internationale erkenning van de rechten van huisarbeiders, en de verplichte bespreking ervan in de bevoegde parlementen van alle landen, vormt een krachtige impuls voor de acties van vakbonden, sociale bewegingen en ngo's die opkomen voor de basisrechten van huisarbeidsters in eigen land. Toen die op 7 oktober jongstleden weer de straat op trokken ter gelegenheid van de "Werelddag voor Waardig Werk" stond de ratificatie van Conventie 189 dan ook hoog op het verlanglijstje.